-
Nominativ oder Akkusativ: Übung
Twaalf meerkeuzevragen waarbij je het juiste lidwoord of voornaamwoord aanduidt.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Bezittelijke voornaamwoord (4)
Oefening op het bezittelijk voornaamwoord in het Duits.
Interactieve oefening (3)School/onderwijs -
Naamvallen: Vertaling Der-Gruppe en Ein-Gruppe
Vul van het gevraagde woord de basisvorm in, dus zonder uitgang.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Keuzevoorzetsels (5)
Vul het juiste voorzetsel en de juiste vorm in.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord Basis (2)
Vertaal de Duitse/Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden. Je krijgt hiervoor anderhalve minuut de tijd.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord Basis (1)
Plaats de juiste vertaling van het persoonlijk voornaamwoord bij de correcte Duitse vertaling. Je krijgt hiervoor een minuut de tijd.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Berufe
In dit kruiswoordraadsel oefen je met de Duitse beroepen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Hulpwerkwoorden haben, sein, werden (2)
Oefening bij de vervoeging van de werkwoorden sein, haben, werden.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord (5)
Zoek de goede paren Duits-Nederlands door op de kaartjes te klikken.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord (4)
Lees de zinnen aandachtig en vul het juiste voornaamwoord aan.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord (3)
Lees de zin aandachtig en kies het juiste voornaamwoord uit de lijst.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Voorzetsels (4)
Lees de zin en kies het correcte voorzetsel uit het lijstje.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs