-
Lees en doe
De leerlingen lezen in stilte de opdracht en voeren deze uit.
Leerlingen voeren o.a. volgende opdrachten uit:
- achter hun stoel gaan staan;
- een gek dansje doen;
- zwaaien naar de leerkracht;
- ...
Downloadbaar lesmateriaalNieuwLeerkracht, Ander -
Trots op je taalpaspoort: Breng de meertaligheid in je klas in kaart
Breng de talige diversiteit van jouw klas in kaart. Laat de leerlingen stilstaan bij hun eigen meertaligheid door een taalpaspoort te maken.
Wie kan hallo zeggen in het Spaans? In welk land komt jouw naam het meeste voor? Welke kleur past bij jouw …
Downloadbaar lesmateriaalNieuw -
Wat is jouw lievelingswoord?
Welke woorden vinden jouw leerlingen mooi en bijzonder? Laat hen erover nadenken aan de hand van het werkblaadje en de bijhorende presentatie.
Downloadbaar lesmateriaalNieuw -
Op zoek naar taalschatten: Leerlingen ontdekken de meerwaarde van een meertalige omgeving
Laat jouw leerlingen de meerwaarde van een meertalige omgeving zien. In de activiteit staan taalschatten uit andere talen centraal: woorden of zinnen met een bijzondere waarde of betekenis.
De leerlingen worden schattenjagers en interviewen iemand …
Downloadbaar lesmateriaalNieuw -
Hij of zij?
Deze presentatie kan je gebruiken om de verwijswoorden hij en zij aan te leren.
Downloadbaar lesmateriaalStudent (lerarenopleiding) -
Rijmwoordenbingo: Thema heksen
Een bingospel met heksenwoorden om rijmen in te oefenen.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Emoji's veranderen of verduidelijken de betekenis van een zin
Deze presentatie kan gebruikt worden om te duiden dat het gebruik van bepaalde emoji's de betekenis van een zin kan veranderen of net kan verduidelijken. Door hierover in gesprek te gaan en de leerlingen betekenis te laten geven aan de …
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht, Ander -
Woordpakket 20 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 20 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 3 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -ig.
Interactieve oefeningLeerkracht