-
Werkwoordsvervoeging in de tegenwoordige tijd: Invuloefening
Vul de juiste werkwoordsvormen in in dit grappig verhaaltje over een snelheidsovertreding.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Lidwoorden: De of het
Welk lidwoord vul je in? De of het? Noteer het juiste lidwoord bij de woorden.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, Ander -
Woordpakket 16: Invultekst - Tijd voor Taal 6
Met deze oefening oefen je de woorden van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor taal 6. Je krijgt de woorden die in de tekst moeten ingevuld worden.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Woordpakket 16 (2) - Tijd voor Taal 6
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor Taal 6.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Vraagwoorden: Welk zinsdeel antwoordt op de vraag? - Tijd voor Taal 6
Welk zinsdeel antwoordt op de vraag waar, wanneer en hoe? Vul je antwoord in het kruiswoordraadsel in.
Deze oefening hoort bij thema 8 van de methode Tijd voor taal 6.
Interactieve oefening (5)Leerkracht, ICT-coördinator -
Woordsoorten
Je ziet een aantal zinnen waarbij sommige woorden tussen haakjes staan. Noteer deze woorden in de kolom met de juiste woordsoort. Je kan de woorden rubriceren in volgende kolommen: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, …
Interactieve oefening (8)Leerkracht, ICT-coördinator -
Bijvoeglijk naamwoord
Met deze oefening oefen je het vinden van bijvoeglijke naamwoorden in een zin. Tik het bijvoeglijk naamwoord in en controleer je antwoord.
Deze oefening sluit aan bij thema 7 van de methode Tijd voor taal 6.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
De of het, meervoud en verkleinwoord - Tijd voor Taal 6
Vul bij elk woord het juiste lidwoord (de of het) in. Schrijf ook het meervoud en het verkleinwoord op.
Deze oefening sluit aan bij thema 7 van de methode Tijd voor Taal 6.
Interactieve oefening (5)Leerkracht, ICT-coördinator -
Woordsoorten
Met deze oefening oefen je het herkennen van volgende woordsoorten:
- werkwoorden,
- zelfstandige naamwoorden,
- lidwoorden,
- bijvoeglijke naamwoorden.
In elke zin staat een woord tussen haakjes. Duid aan tot welke woordsoort het woord hoort.
Interactieve oefening (9)Leerkracht, ICT-coördinator -
Samenstellingen - Tijd voor Taal 6
Sleep elk woord uit de tweede kolom naar een gepast woord uit de eerste kolom zodat je een bestaande samenstelling krijgt.
Interactieve oefening (14)Leerkracht, ICT-coördinator -
Het onderwerp en de rest van de zin - Tijd voor Taal 6
Wat wordt er over het onderwerp gezegd? Je gaat bij deze oefening op zoek naar het onderwerp en ook de rest van de zin. Daarnaast krijg je ook vragen over de rest van de zin, zoals:
- Welke zinsdelen in de rest van de zin geven een antwoord op de …
Interactieve oefening (3)Leerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 5: Woorden op -elen, -eren en -enen - Tijd voor Taal 4
Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 5 van de methode Tijd voor Taal 4.
Je oefent de spelling van woorden op -elen, -eren en -enen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht