-
Woorden met ei of ij
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij. Sleep elk woord naar de juiste kolom.
Deze oefening sluit aan bij Kijker 3, les 16 van de methode Verrekijker 4.
Interactieve oefeningNieuwLeerkracht -
Woordpakket 20 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 20 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 19 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 19 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met -g en -ch.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 14 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 14 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 3 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -ig.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Leerstof taaldenken uit thema 8 - Talent 5
Met deze oefening herhaal je de leerstof taaldenken uit thema 8 van de methode Talent 5.
Je oefent volgende leerstof:
- synoniemen en tegenstellingen;
- de betekenis van uitdrukkingen;
- de betekenis van woorden;
- gegevens zoeken op een uitnodiging.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Verenkelen en verdubbelen: Oefeningen
Via verschillende opdrachten oefen je rond verenkelen en verdubbelen.
Je lost volgende opdrachten op:
- woorden waarbij je moet verenkelen of verdubbelen in de juiste kleur aanduiden;
- het juiste woord naar de tekst slepen;
- woorden aanvullen met een …
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Verenkelingsregel
Met deze oefening oefen je de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen.
De oefening sluit aan bij thema 8, les 11 uit de methode Talent 2.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Verenkelingsregel
Met deze oefening oefen je de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen.
De oefeningen sluit aan bij thema 8, les 11 uit de methode Talent 2.
Interactieve oefening (3)Leerkracht