-
Onderwerp, persoonsvorm, ja-neevraag maken: Red de prinses - Talent 3
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 8 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- het onderwerp aanduiden in een zin;
- de persoonsvorm aanduiden in een zin;
- het onderwerp verbinden met de rest van de zin; …
Interactieve oefening (8)Leerkracht -
Zinnen maken, soorten zinnen, leestekens en woordenschat: Help de kunstenaar
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 7 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- een goede zin maken door zinsdelen op de juiste plaats te zetten;
- zinnen zo kort mogelijk maken;
- soorten zinnen herkennen …
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Werkwoorden herkennen, alfabetisch rangschikken, woordenschat: Help de dokter
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 5 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- werkwoorden herkennen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Samenstellingen, alfabetisch rangschikken en woordenschat: Eduscape
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 4 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- samenstellingen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Trump, de NAVO en defensie: Actua-opdracht
Actualiteitsopdracht over Donald Trump, de NAVO en defensie op basis van Trumps uitspraken in verband met het uitgeven van twee procent aan defensie door de lidstaten.
Na het klassikaal bekijken van enkele korte filmpjes lossen de leerlingen …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 20 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 20 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 18 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 18 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een doffe e;
- woorden met au;
- woorden met d of t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met d en t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 11 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ch;
- samenstellingen;
- woorden met ee op het einde van een woord
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 10 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 10 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht