-
Gedichtje voor Moederdag
Als je bloem- of zaadbommen maakt voor Moederdag kan je er dit gedichtje bijvoegen.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Woordpakket 26: Woordkaarten met opdracht - Tijd voor Taal accent 2
Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 26 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Woordpakket 25: Woordkaarten met opdracht - Tijd voor Taal accent 2
Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 25 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Leerlingen gaan op zoek naar de woordkaartjes en met een korte, lange of andere klank.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Fictie of non-fictie: Poster
Op deze poster wordt uitgelegd wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht, GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Woordpakket 24: Woordkaarten met opdracht - Tijd voor Taal accent 2
Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Leerlingen gaan op zoek naar de woordkaartjes en duiden dan het aantal klankgroepen van het woord aan.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Korte, lange en andere klank: Posters
Op deze posters zie je een overzicht van korte, lange en andere klanken.
Downloadbaar lesmateriaal (4)Leerkracht -
Woordpakket 23: Woordkaarten en werkblad - Tijd voor Taal accent 2
Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 23 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Woordpakket 22: Woordkaarten en werkblad - Tijd voor Taal accent 2
Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 22 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Je oefent de spelling van woorden waarbij de verenkelingsregel van toepassing is.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Woordpakket 18 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 18 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een doffe e;
- woorden met au;
- woorden met d of t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met d en t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 11 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ch;
- samenstellingen;
- woorden met ee op het einde van een woord
Interactieve oefeningLeerkracht