-
Jaaroverzicht 2022: Quiz
Interactieve BookWidgetsquiz over de actualiteit van 2022
Deze quiz test je kennis over enkele van de belangrijkste nieuwsfeiten van 2022. Hij is beschikbaar in drie talen (Nederlands, Engels en Frans).
Interactieve oefening (6) -
Mensen ontmoeten en begroeten: Standaardzinnen
Staandaardwoordenschat en basiszinnen i.v.m. mensen begroeten en voorstellen.
De standaardzinnen zijn vertaald naar het Frans.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Groenten: Woordenschatoefening
Met deze flashkaarten en oefensets met afbeeldingen en benamingen oefen je de meest voorkomende groenten in België.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, ICT-coördinator -
Fruitsoorten: Woordenschatoefening
Dit is een Quizlet over fruit met afbeeldingen, Ook moeilijkere namen zitten erbij.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Schildertechnieken: Basismateriaal
Oefen je woordenschat rond schildersmateriaal met dit beeldwoordenboek op Quizlet.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Wat doe je elke dag: Presens en inversie
Wat doe je elke dag? Oefening op het presens (OTT) en inversie.
Deze oefening kan je gebruiken om de woordenschat van dagelijkse activiteiten in te oefenen en ook de inversie te oefenen.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Synoniemen: Sorteeroefening
Klik op de woorden die ongeveer hetzelfde betekenen. Je maakt telkens groepjes van 3 synoniemen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 5
Maak deze Quizletset rond schooltaal.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 4
Maak deze Quizletset rond schooltaal.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Schooltaalwoorden 2: Oefenen hoofdstuk 3
Quizletset om te oefenen op schooltaalwoorden gebaseerd op Werken met Schooltaalwoorden 2, hoofdstuk 3.
Interactieve oefeningLeerkracht -
De lichaamsdelen: Woordenschat
Flashcards met de woordenschat van de twintig meest gebruikte lichaamsdelen.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Ziek zijn: Woordenschat oefenen
Deze lijst kan je gebruiken bij de (alfa)NT2-cursisten om ziek zijn en naar de dokter te bespreken.
- Wat zie je?
- Wat is het probleem?
- Ga je naar de dokter, wat zeg je dan?
- Ga je naar de apotheek, wat vraag je dan?
Interactieve oefening (21)Leerkracht