-
Voorzetsels in het Duits: welke soorten en wanneer welke naamval gebruiken?
In dit artikel bekijken we welke soorten voorzetsels er zijn in het Duits, wanneer je welk voorzetsel gebruikt, en welke naamval volgt op welk voorzetsel. Er komen ook enkele ezelsbruggetjes aan bod.
Artikel -
Der, die of das?: Trucjes om lidwoorden in het Duits af te leiden
In dit blogbericht leer je enkele trucjes om te weten welk lidwoord er bij Duitse zelfstandige naamwoorden staat.
Artikel -
Wanneer gebruik je welke naamval in het Duits?
In dit artikel leggen we eerst kort uit wat een naamval precies is en daarna lichten we toe wanneer je welke naamval moet gebruiken.
Artikel (3) -
Keuzevoorzetsels (2)
Verbind de naamvallen (rechts) met de uitdrukkingen (links).
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Keuzevoorzetsels (1)
Verbind de naamvallen (rechts) met de uitdrukkingen (links).
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord Basis (1)
Plaats de juiste vertaling van het persoonlijk voornaamwoord bij de correcte Duitse vertaling. Je krijgt hiervoor een minuut de tijd.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Die Bundesländer en hun hoofdsteden
Duid bij elk Bundesland de correcte Bundeshauptstadt aan.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Oefenen met kloktijden in het Engels (5)
Sleepoefening met klokkijken. Je moet de digitale klokken verbinden met de uitgeschreven tijdstippen.
Interactieve oefeningAndere functie -
Oefenen met kloktijden in het Engels (4)
Sleepoefening met klokkijken. Je moet de uitgeschreven kloktijden verbinden met de digitale klokken.
Interactieve oefeningAndere functie -
Beroepen: Woordenschatoefening
Bij deze oefening rond beroepen moet je de Duitse met de Nederlandse woorden combineren.
Interactieve oefeningStudent (lerarenopleiding) -
Was hat man in seinem Haus: Combineeroefening
Sleep de juiste vertaling van de verschillende plaatsen in een huis naar het juiste woord.
Interactieve oefeningStudent (lerarenopleiding) -
Basisuitgangen zwakke werkwoorden: Herhalingsoefening (1)
Oefening op de basisuitgangen van zwakke werkwoorden. Combineer de items aan de rechterkant met de items aan de linkerkant.
Interactieve oefeningAndere functie