-
Les pièces de la maison: Exercices
Oefening op woordenschat over het huis.
Interactieve oefeningNieuwLeerkracht, ICT-coördinator -
Devinettes: Blagues courtes
Lees eerst de vijf raadsels, kijk goed naar de bijhorende beelden en raad telkens het antwoord. Maak nadien complete zinnen aan de hand van de antwoordstukken.
Interactieve oefeningNieuwLeerkracht -
Reconnaître le conditionnel présent: Exercices
Observeer de zinnen en veeg de zinnen op het bord weg die géén vervoeging in de conditionnel présent bevatten.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Prépositions pour indiquer le pays de provenance ou de destination: Exercices
Navigeer een vliegtuig en leer de ligging en de vertaling kennen van enkele landen in Europa en de rest van de wereld. Gebruik nadien de juiste voorzetsels om de verplaatsingen tussen twee landen correct aan te geven.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Rédiger une carte postale classique: Schrijfopdracht
Vul een postkaart in vanuit een buitenlandse verblijfplaats naar een geadresseerde in Frankrijk volgens de bijgevoegde richtlijnen en print vervolgens je resultaat af in een pdf.-document.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Découvrir et compléter une carte postale : Stappenplan en oefeningen
Sleep de woorden en zinnen naar de juiste plaats op de postkaart en leer zo ook zelf een postkaart opstellen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Faire des courses: Dialogues
Twee gesproken dialogen met een gesprekssituatie in een winkel en één op een rommelmarkt.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 20 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 20 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 3 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -ig.
Interactieve oefeningLeerkracht