Vakoverschrijdend project toerisme


Inleiding

In dit praktijkvoorbeeld wordt een vakoverschrijdend project tussen aardrijkskunde en Nederlands toegelicht. Leerlingen maken een werkstuk toerisme, waarbij ze informatie verzamelen over een land buiten Europa en daarover aan het eind van het project een presentatie moeten geven aan de klas. Tijdens de presentaties zijn beide leerkrachten aanwezig: de leerkracht aardrijkskunde geeft inhoudelijk feedback, terwijl de leerkracht Nederlands feedback geeft over de taal en de vorm. Afsluitend organiseren de leerlingen een receptie met een hapje en drankje uit de voorgestelde landen.

Visie

De leerkrachten vinden het belangrijk ICT in te zetten in functie van het latere (beroeps)leven: leerlingen moeten bijvoorbeeld leren hoe en waar ze met behulp van ICT bronnen kunnen raadplegen, goede van zwakke bronnen onderscheiden en bepaalde kantoortoepassingen hanteren. ICT wordt als hulpmiddel gezien doorheen het hele project: de elektronische leeromgeving en/of e-mail om te communiceren, een tekstverwerkingsprogramma om een gestructureerd werkstuk op te stellen en PowerPoint om een overzichtelijke en aantrekkelijke presentatie te maken.

Infrastructuur

Voor dit project heb je slechts een beperkt aantal computers nodig omdat leerlingen in groep werken. Leerlingen zoeken informatie op het internet, maken het werkstuk in een tekstverwerkingsprogramma en bereiden hun presentatie voor met behulp van PowerPoint. Je kunt ervoor kiezen om een aantal zaken thuis te laten uitwerken door de leerlingen. Eventueel bied je hen de mogelijkheid om tijdens pauzes of na schooltijd op school samen te werken.

Deskundigheid

Dit project vereist minimaal een kennis van het internet (bronnen raadplegen), een tekstverwerkingsprogramma en PowerPoint. Aanvullend is het mogelijk digitaal feedback te geven aan leerlingen, bijvoorbeeld via de elektronische leeromgeving van de school. Op die manier leren de leerlingen ook hoe ze kunnen communiceren met behulp van ICT. Als leerkracht is het vooral belangrijk om heel duidelijke afspraken te maken met leerlingen en hen zeer goed te informeren: wat verwacht je van hen, wat is de timing, hoe zal geëvalueerd worden,…

Organisatie

De leerlingen ontvangen bij aanvang van het project een duidelijke informatiebundel over de opdracht. Tijdens de les aardrijkskunde wordt de opdracht toegelicht, worden groepjes verdeeld en afspraken gemaakt. Er worden een aantal lessen inhoudelijk aan het project besteed: leerlingen krijgen les over toerisme (aardrijkskunde), over presentatievaardigheden en krijgen spreektips (Nederlands). De leerlingen leren hoe en waar ze bronnen moeten raadplegen en krijgen tijdens de les tijd om te werken aan hun presentatie.
Tussendoor krijgen de leerlingen van beide leerkrachten ondersteuning: de leerkracht aardrijkskunde geeft inhoudelijke feedback, terwijl de leerkracht Nederlands taalkundig het werkstuk naleest en tips geeft voor de presentatie.
Doorheen het project wordt gewerkt met fiches waarop leerlingen bijhouden wie wat gedaan heeft en wie het gecontroleerd heeft. Regelmatig polsen de leerkrachten hoever de leerlingen staan met het werk en hoe de samenwerking verloopt.
Beide leerkrachten zijn aanwezig wanneer de landen aan de klas worden voorgesteld: de leerkracht aardrijkskunde geeft punten op het inhoudelijke, terwijl de leerkracht Nederlands punten geeft op taal en presentatie. Achteraf vullen leerlingen ook een zelfevaluatie in.

Ervaringen en suggesties

De leerkrachten zijn zeer positief over het project en benadrukken de meerwaarde van vakoverschrijdend werken. De leerlingen besteden veel tijd aan het werkstuk, maar beleven ook veel plezier aan de samenwerking.

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
School/onderwijs

Ontdek ook