Seizoenskalender voor groenten en fruit

In welk seizoen zijn de eerste aardbeien rijp? Welke fruitsoort heeft het zachtste velletje? En waarom kun je het hele jaar door wortels eten en tomaten enkel maar in de zomer en herfst? Op deze en vele andere vragen krijg je met behulp van lesideeën, spelletjes, knutsels, raadsels en recepten een antwoord.

Samen met Colette Courgette, de sympathieke tuinkip, ontdekken kinderen wat seizoensgroenten en -fruit zo bijzonder en lekker maakt. Ze leren waarom bepaalde groenten en fruit in een seizoen wel of niet voorkomen en gegeten kunnen worden. Bovendien krijgen ze zo ook meer voeling met hun voeding. De kalender brengt hen in contact met de oorsprong van wat ze eten. Kinderen zijn er zich vaak niet van bewust waar erwtjes, radijsjes, courgettes en andere groenten vandaan komen. Groeien ze aan een boom, een struik, onder de grond? Met de kalender als uitgangspunt kunnen ze samen met de leerkracht op onderzoek gaan naar waar en hoe groenten en fruit groeien, van een piepklein zaadje tot het eetbare eindresultaat. Vanaf de tweede graad leren ze ook onderscheid maken tussen aardappel, peul-, vrucht-, wortel- en bladgewassen. 

En niet alleen de groenten en fruit groeien. Ook de kalender groeit. De seizoenskalender is immers leeg in het begin van het schooljaar. Doorheen de seizoenen verandert hij met behulp van de groente- en fruitstickers, die de kinderen in het juiste seizoen moeten plakken, in een heerlijke moestuin.