Frans: Hoe vroeger hoe beter? En hoe dan wel?


Onder het motto Vroeg begonnen, half gewonnen hield de Vlaamse Onderwijsraad op 22 februari 2008 een studiedag over Frans leren in de basisschool. In de voormiddag gaven enkele sprekers achtergrondinformatie en beschouwingen over het onderwerp en het boek Frans leren in de basisschool werd voorgesteld. In de namiddag konden de deelnemers een informatiemarkt bezoeken en workshops volgen waar mensen uit de praktijk over hun ervaringen met talensensibilisering/taalinitiatie in de kleuterschool of de lagere school kwamen vertellen.


Het leergebied Frans is volgens het decreet op het basisonderwijs van 2004 in Vlaanderen verplicht in de 3de graad van het basisonderwijs. In Brussel en de taalgrensgemeenten kan Frans al vroeger op het menu komen. De talenbeleidsnota van februari 2007 vroeg om een volgehouden aandacht voor taal vanaf de kleuterschool, zowel voor Nederlands als voor vreemde talen.


Nederlands en vreemdetalenverwerving kunnen niet los van elkaar worden gezien- de variatie aan moedertalen en vreemde talen in onze klassen groeit - en een school moet zich dus bezinnen over een talenbeleid. Het talenbeleid van een school kadert in het schoolbeleid en moet gedragen zijn door het hele schoolteam. Een goede samenwerking en een heldere communicatie, ook naar ouders, is essentieel opdat het doel bereikt zou worden: een betere vorming, meer taal en talen bij de lerende.


Een jong kind kent een gevoelige periode voor taalverwerving. Die periode valt (grotendeels) voor de leeftijd waarop nu op school Frans geleerd wordt en het is een mooi idee om die periode ook op school beter te benutten, zodat een jongere beter voorbereid is op een maatschappij waar levenslang talen leren meer en meer gewenst is.


Dus hoe jonger hoe beter en gewoon Franse les van in de kleuterklas? Dat is niet alleen veel te kort door de bocht, het is ook ondoordacht en gaat in tegen wat Hans Schmidt, pedagogisch begeleider OVSG, de natuurlijke weg noemt. Een kind verwerft taal spontaan, niet geforceerd, volgens aanleg en rijpheid, impliciet en volgens de natuurlijke stappen: eerst klanken, dan woordstructuur, betekenis, zinsstructuur en schriftbeeld. Daarenboven verwerf je taal in een context. Het gaat dus niet om vervroegd Frans leren. Het is geen extra vak, geen woordendrill, er zijn geen toetsen of evaluatie en er is geen leerplan.


Hoe kan het dan wel? Bij activiteiten die nu ook al gebeuren, zoals bij muzisch-creatieve vorming, is er aandacht voor de andere taal of talen. Rik Vanderhauwaert, nascholingscoördinator VSKO, toonde aan de hand van foto's van wat in klassen aan de muur hangt hoe je bij de normale activiteiten ook de andere taal kunt betrekken: bij de weekkalender waar het weer besproken wordt, bij opdrachten in de computerklas of in de rij. Het gaat in elk geval om spelenderwijs contact met de andere taal in een duidelijke context. Daarbij kan de kleuterjuf of onderwijzer de hulp vragen van native speakers die op een of andere manier bij de school of de klas betrokken zijn. Vaak wordt er ook met een handpop gewerkt: de pop spreekt Frans, maar de juf spreekt Nederlands en er wordt veel gezongen.


De deelnemers van de studiedag kregen ook een exemplaar mee van het boek Frans leren in de basisschool, waarin meer uitleg staat over de beleidscontext in Vlaanderen, het taalbeleid Frans op school, de competentievereisten bij leraren en het gebruikte begrippenkader. In een laatste hoofdstuk zijn er ook ideeën voor de praktijk en inspirerende bronnen, materialen en documentatie te vinden (http://www.vlor.be: onder publicaties/basisonderwijs.

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
Andere functie