Taalbeleid in de praktijk: Een uitdaging voor elke school


De voorzitter van Netwerk Didactiek Nederlands, Ghislain Duchâteau, las het boek Taalbeleid in de praktijk en bespreekt het hier. Netwerk Didactiek Nederlands (voorheen VVM, Vereniging Vlaamse Moedertaaldidactici) behartigt de belangen van de didactiek en het onderwijs van het Nederlands.

Eind 2008 verscheen bij uitgeverij Plantyn Taalbeleid in de praktijk met als redacteur Wilfred De Hert – 278 bladzijden - € 29. Na het Woord vooraf van de redacteur volgen zestien bijdragen van voornamelijk Vlaamse didactici en praktijkmensen rond diverse aspecten van taalbeleid in het onderwijs zoals die nu in de praktijk gebracht worden of zoals die gewenst toegepast worden. We kunnen de essays in drie categorieën indelen:

  1. De achtergrondbijdragen die meer een theoretisch kader beschrijven.
  2. De praktijkvoorbeelden.
  3. Korte blikvangers waarbij dieper wordt ingegaan op bepaalde toepassingen, wetenswaardigheden of realisaties.

We stellen hier in het kort enkele belangrijke essays voor, hoewel ook de andere teksten hun waarde hebben en bijdragen aan de volwaardigheid van het boek als geheel.

Het boek zet in op p. 9 met een opmerkenswaardige bijdrage van prof. em. Frans Daems met als titel Van droom naar werkelijkheid: taalbeleid in het onderwijs. Daarin schetst de auteur het theoretisch kader waarin taalbeleid gesitueerd wordt. Hij zorgt voor een duidelijke omschrijving en afbakening van de meest gebruikelijke concepten die aan de orde zijn als over taalbeleid gesproken of geschreven wordt. Wat is taalbeleid op school? Er zijn de domeinen van de communicatie en de instructie - met het taalprobleem bij de instructie: de schooltaal, de communicatievormen voor onderwijzen en leren, de contextualisering en cognitieve complexiteit, de instructietaal Nederlands en taalvaardigheid als deel van taalbeleid. Ook geeft de auteur in nauwelijks twee bladzijden precies en helder de beleidsvisie over talenbeleid van de onderwijsminister weer.

Vanaf p. 69 vinden we de bijdrage van inspectrice Els Vermeire over de Rol van de inspectie bij de controle van taal-/talenbeleid. In deze boeiende tekst constateert de inspectie dat de eindtermen en ontwikkelingsdoelen niet bereikt worden bij leerlingen, omdat ze de schooltaal onvoldoende beheersen. De invoering van het instrument taalbeleid in doorlichtingen sinds 2002 was een enorme stimulans voor scholen om echt beginnen te werken aan een taalbeleid. Vanaf september 2008 hanteert de inspectie bij de controle van taal-/talenbeleid een nieuw doorlichtingsconcept.

Een derde belangrijke bijdrage is die van Maaike Hajer De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek (ab p. 107). De auteur, die het Platform Taalgericht Vakonderwijs in Nederland voorzit, heeft samen met Teun Meestringa het Handboek taalgericht vakonderwijs, waarvan sinds 2004 al een drietal steeds bijgewerkte uitgaven zijn verschenen, op haar naam staan. In een kort bestek beschrijft en omschrijft ze hier wat taalgericht vakonderwijs inhoudt met de essentialia die leraren moeten onthouden als ze zelf die didactiek willen praktiseren en als ze zich daarin willen bekwamen. Zij stelt dat leren en taal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat het hier gaat om een didactiek die de taalontwikkeling van de leerlingen in de zaakvakken wil bevorderen door contextrijk interactief onderwijs aan te bieden mét taalsteun. Dat alles rendeert slechts binnen het ruimere kader van een schooltaalbeleid, waarin de schoolleiding een stimulerende en coördinerende functie heeft. Naast die bevattelijke beschrijving van wat taalgericht vakonderwijs inhoudt en hoe het optimaal functioneert stelt Maaike Hajer op het einde van haar bijdrage een aantal concrete hulpmiddelen voor het werken eraan voor, die de laatste tijd ontwikkeld werden en die via publicaties op schrift of via het internet ter beschikking staan van schoolleiders en docenten die TVO in de praktijk brengen. Om slechts één hulpmiddel te noemen o.m. zijn er de lessenseries die werden uitgewerkt binnen een project van het Platform Taalgericht Vakonderwijs op basis van het computerprogramma Lesfabriek voor taalrijk onderwijs.

Taalgericht vakonderwijs in de praktijk. Drie vakleerkrachten over hun ervaringen als trainer in een TVO-project (ab. p. 127) voert een lerares wiskunde, een lerares muziek en een leraar houtbewerking op die in interviewvorm getuigen van hun eigen lesgeven met de TVO-didactiek. Ze vertellen daarbij hoe ze twee nascholingssessies gaven binnen het prioritaire nascholingsproject. Daaruit blijkt niet enkel hun enthousiasme maar ook hun genuanceerde kijk op de reactie van hun collega’s bij hun vernieuwende aanpak en aanbod van het TVO.

Taalgericht vakonderwijs in het Imelda-Instituut in Brussel: van atelier naar taalwerkplaats (ab p. 145). Het Imelda-Instituut is een Nederlandstalige school met TSO- en BSO-leerlingen. De instroom van leerlingen wordt gekarakteriseerd door taalzwakte en taalachterstand bij het merendeel van de leerlingen. Bij de doorlichting worden de eindtermen Nederlands niet behaald. Door een grondige ingreep van de schooldirectie in samenwerking met BROSO, het Brussels Ondersteuningscentrum Secundair Onderwijs, werd een optimalisering tot stand gebracht in de leersituatie van de leerlingen door implementering van geschakeld taal/vakonderwijs. Daarbij werken een vakleerkracht en een taalleerkracht die tegelijk aanwezig zijn, samen aan taal- en vakdoelen. Het leerrendement voor begrijpend lezen en woordenschat vanaf schooljaar 2004-2005 naar schooljaar 2007-2008 werd opgedreven met voor begrijpend lezen wat meer dan 4% en voor woordenschat met een kleine 9%, wat voor begrijpend lezen tot een effectuering komt van zowat 50% en voor woordenschat tot 53,7%. De positieve resultaten werden gerealiseerd in een integraal zorgtraject, de atelierwerking, dat geïntroduceerd werd naast de basiswerking. De school veranderde, de veranderingsprocessen werden begeleid en de leerkrachten werden geprofessionaliseerd.

Als korte blikvanger (pp. 168-169) signaleren we hier graag Luc Wyns’ Focus op geletterdheid, waarin hij het begrip geletterdheid definieert vanuit een OESO-definitie en waarbij hij ook de resultaten van een IALS-onderzoek kort voorstelt. Uit de cijfers vernemen we dat 16,8% van de bevolking in Vlaanderen onvoldoende geletterd is om optimaal te functioneren in onze maatschappij.

Wij blijven ook even stilstaan bij Het meten van taalvaardigheid en het opstellen van een begeleidingstraject via taaltoetsen (ab p. 203). Hoewel de confrontatie met het nogal technisch beschouwen van taaltoetsen wel even wat terughoudendheid kan opwekken, bevelen we de lectuur toch echt aan. Voor elke vakdidacticus en vakleraar die bekommerd is om onderwijsefficiëntie, is de kennismaking met de beschikbare (genormeerde) taaltoetsen beslist relevant. De taaltoetsen dragen bij tot het opzetten van een effectief begeleidingstraject van leerlingengroepen.

In de slotbijdrage (ab p. 264) Met vereende (leer)krachten! Taalbeleid in scholen met anderstalige ‘nieuwkomers’ en anderstalige ‘eindkomers’ introduceert Kris Van den Branden de taalproblematiek in de onthaalklas met anderstalige ‘nieuwkomers’. Duidelijk blijkt dat ondanks alle goed opgezette inspanningen dat overgangsjaartje naar het regulier onderwijs voor die leerlingen ontoereikend is om hun een geslaagde schoolcarrière te garanderen. Hij toont manifest aan dat ondersteuning van die leerlingen blijvend nodig is in de vervolgjaren soms door het hele schoolteam, soms door een vervolgcoach.

Het boek Taalbeleid in de praktijk. Een uitdaging voor elke secundaire school bezorgt ons een heldere en vaak concrete kijk op de problematiek en de praktijk van het taalbeleid in de Vlaamse secundaire onderwijsinstellingen zoals die zich in de actualiteit voltrekt en evolueert. Het is geen gewoon leesboek geworden. Het is wel degelijk opgevat als een studieboek. Dat blijkt uit de inhoudelijke diversiteit van de bijdragen, maar ook uit de vormgeving. Bij de achtergrondbijdragen en bij de praktijkvoorbeelden zitten telkens de synthetiserende Krachtlijnen van de tekst. Die bijdragen worden ook ingeleid met het schema van de inhoudsstructuur van de tekst. De lees- en bestudeerbaarheid wordt dan nog verhoogd door in cursief de tekstthema’s links op de bladspiegel weer te geven. Zo krijgt de aandachtige lezer alles overzichtelijk voorgesteld om effectief indringend en studerend te lezen.

We verheugen er ons met Frans Daems over dat een jarenlange gekoesterde droom van echt en effectief taalbeleid moeizaam en geleidelijk aan maar gedragen met veel enthousiasme en inzet werkelijkheid wordt in onze scholen. Dit boek levert aan de verwezenlijking daarvan een substantiële bijdrage.

Ghislain Duchâteau, 21 april 2009

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
Andere functie